Visiontraining: ruimte scannen

Visiontraining: ruimte scannen

In de onderstaande training willen we de focus leggen op het leren kijken in de rug. Wanneer kan men doordraaien, wanneer moet men kaatsen? Waar is de ruimte?

Deze training kan je gebruiken bij gelijk welke categorie. Nadruk leggen op de juiste uitvoering is belangrijk.

---

Oefening 1

Ruimte 16m op 16m. 2 groepen van 3. De endzone spelers hebben nog 2 gekleurde potjes vast.

A speelt de bal in op B die de bal vraagt. Op het moment van de pas steekt C een potje in de lucht. Rood/geel. Speler B kijkt snel over de schouder heen. Bij een rood potje kaatst B de bal terug naar A, bij een geel potje draait B door en speelt hij in op C.

B gaat dan opnieuw de bal vragen bij C, en weer bij het vertrek van de bal kijkt B over de schouder heen welk kleur A omhoog steekt. Leg goed de nadruk op het kijken over de schouder en de timing.

---

Oefening 2

Zelfde afstanden als opwarming.

A loopt zonder bal richting het paaltje. B speelt de bal in en A kijkt over zijn schouder heen naar het kleurtje van de coach. Steekt de coach geel in de lucht dan draait A door en speelt hij op C. Intussen gaat B rond het verste potje om naar het doelje te lopen.

C heeft de bal van A gekregen en gaat achter het doeltje staan om de bal op te werpen naar B die de bal binnen kopt.

Als de coach een rood potje in de lucht steekt, dan speelt A de bal terug en loopt hij rond zijn beginpaal terug om opnieuw de bal te vragen.

Wie scoort het eerst? Start altijd met een signaal voor de volgende spelers.

---

Oefening 3

A doet een loopcoördinatieoefening in de ladder. Als hij eruit komt vraagt hij de bal en kijkt hij naar de coach.

Bij geel potje draait A door en doet een beweging aan een paal om dan te scoren.

Bij een rood potje kaatst hij terug. Loopt rond een paal en vraagt opnieuw de bal van B, die bal neemt hij gericht aan en doet een beweging aan de andere paal om dan af te werken op het doeltje.

A gaat naar B en B naar A.

Spelers tellen hun doelpunten op.

---

Oefening 4

2 ploegen van 3 spelers.

A start aan beide zijden op het signaal van de coach.

Speler C staat ook aan de beginpositie met 2 potjes in de handen.

Hier hetzelfde, na pas van B kijken beide spelers A achter zich wat ze moeten doen.

Na hun keuze lopen ze rond de beginpaal en vragen ze de bal van de trainer. De trainer speelt de bal in naar de eerste.

Als die speler bij het ontvangen van de bal ook achter zich kijkt voor hij de bal heeft dan kan zijn doelpunt dubbel tellen. Doorschuiven volgens letter.

---

Veel succes met de training, laat gerust weten in de reacties wat jullie er van vinden.