Kapbeweging – volledige training
Kapbeweging – volledige training
De kapbeweging is een beweging die altijd en elke wedstrijd gebruikt wordt. Erop trainen is natuurlijk niet zo moeilijk en kan op verschillende manieren gedaan worden. Hieronder kan je een volledige training zien op de kapbeweging. Dit is te gebruiken bij onderbouw, middenbouw, bovenbouw.
Oefening 1: opwarming
Ruimte van 16m op 16m met een magisch vierkant in het midden van 4op4m
A en B leiden de bal naar elkaar toe, net nadat ze elkaar voorbij gegaan zijn voeren ze een kapbeweging uit om vervolgens de bal in te spelen op C of D. Spelers A en B nemen dan positie over van C en D. C en D doen hetzelfde als A en B en spelen de bal in op E en F.
Men kan verschillende soorten kapbewegingen uitvoeren.
Na een 8-tal minuten nemen we de andere kant van de speler en kappen we in de andere richting.
Oefening 2: Kasteelspel met coördinatie
Spelvorm. 2 teams tegen elkaar. Er zijn 3 of 4 verschillende kleurtjes. Men kan de kleurtjes ook aanpassen. Voorbeeld bij blauw zet je 2 hegjes, bij rood zet je 4 stokken en geel kunnen hoepels zijn.
Beide spelers vertrekken in de hoepel en lopen rond de stok. De trainer roept een kleur waar de speler een opdracht gaat uitvoeren. Vb 2 voeten springen over de hegjes, of slalommen langs de stokken. Op het einde kan ook een bal liggen die in het doeltje getrapt moet worden.
Wie eerst scoort wint, maar de oefening moet wel goed gedaan worden.
Variaties zijn mogelijk. Je kan rekensommetjes maken. 1+1 vb, dan moeten ze naar de blauwe potjes gaan want die vormen samen 2. Of tomaat, dan moeten ze naar de rode potjes gaan. Je kan hierin volop variëren. Na een tijdje wisselen van kant.
Oefening 3: afwerking
Zelfde opstelling als in de opwarming. Nu komen er doeltjes en ladders bij.
A en B doen hetzelfde als in de opwarming (1,2). Men gaat nu de bal inspelen op C en D die een loopcoördinatie gedaan hebben. (3,4). C en D controleren de bal en trappen op het doeltje. (5).
Variatie is dat C en D de bal opnieuw kaatsen op A en B waarop A en B afwerken op doel.
Ook hier kan je nog beslissen hoe je de vorm doet, snelheid insteken.
En vooral fun. Wie scoort het eerst met zijn team?
De ladders kan je ook aanpassen in een andere soort materiaal, vb hegjes.
Oefening 4: duelvorm 1v1
Men plaatst nu 4 poortjes. 2 gele poortjes en 2 rode poortjes. Ook zijn er 2 gele hoepels en 2 rode hoepels. In 1 rode hoepel ligt een bal en in 1 gele hoepel.
De spelers leiden de bal naar elkaar toe (1), opnieuw net voorbij elkaar voeren ze een kapbeweging uit (2). De trainer roept een kleur en de spelers leiden de bal door dat kleur waar ze de bal stil leggen. (3). Vervolgens sprinten ze naar de bal die in dezelfde kleur van hoepel ligt. Dan start het duel.
Wie het eerst bij de bal is probeert te scoren in de verste 2 doeltjes tov de hoepels. De andere speler probeert af te nemen en te scoren in de andere doeltjes.
De trainer kan variëren met kleuren. Hij kan ook zeggen rood en de spelers moeten naar geel.
Zo dit is de volledige training op de kapbeweging. Veel succes ermee en reacties zijn altijd welkom hieronder.
Nog geen reacties!